Special week 32: Robots

Non-fictie lezen, natuurlijk, dat doe ik iedere week voor deze nieuwsbrief. Maar, ook fictie lezen vind ik een mooie manier om dieper na te kunnen denken over hoe we ons tot niet-mensen moeten verhouden.
Daarom deze week drie fictie-tips over robots en de wereld.
Monk and Robot - Becky Chambers
Eén van mijn favoriete series over robots is Monk and Robot, dat maar uit twee dunne boekjes bestaat, perfect voor mee op vakantie. Deel 1 heet 'A Psalm for the Wild-Built' en deel 2 'A Prayer for the Crown-Shy' (alleen al om de boekentitels zou je alles wat ze heeft geschreven moeten lezen!).
Ik zal niet al te veel spoilen, maar in de post-apocalyptische setting van de boeken is er na een robot uprising een soort staakt-het-vuren gaande tussen robots en mensen. De wereld is opgedeeld in een robot-stuk en een mensen-stuk en de afspraak is dat iedereen elkaar met rust laat. De robots, voorheen werkzaam in fabrieken, zijn vrij, en mogen doen wat ze maar willen. Eentje gaat bijv in een grot wonen en stalactieten zien groeien en kan dat decennia-lang volhouden; hij hoeft alleen maar af en toe naar buiten om zijn batterijtje op te laden.
Niet alleen de zin van het leven van de robots is een vraagstuk, maar ook het leven zelf. Robots kunnen in principe eindeloos leven, maar sommige willen niet gerepareerd worden, omdat een eindig leven misschien meer waard is dan een eindeloos leven? De 'wild-built' uit de titel zijn robots die gebouwd zijn met onderdelen van oude kapotte robots (in tegenstelling tot robots die in de fabriek, en dus niet in het wild zijn gebouwd).
Robots worden in de wereld van Chambers geconfronteerd met dezelfde pijn die met een mensenleven gepaard gaat: Wat is nu echt de moeite waard? Wat is de zin van het leven? Het lukt niet alle robots om een levensdoel te vinden zoals een paddenstoel bekijken, en zo vindt één van de robots de andere hoofdpersoon, een monnik die ook niet weet wat hij met het leven aanmoet.
Zoveel om over na te denken in deze twee kleine lieflijke boekjes!
Service Model - Adrian Tchaikovsky
Totaal anders, maar ook een heerlijke kijk op robots. Ik begon er mijn column voor de Volkskrant mee vorige week: Service Model. In deze, ook postapocalyptische, wereld robots zinloos geworden, maar om een andere reden: de meeste mensen dood. De robots rollen dus doelloos rond in de wereld, geprogrammeerd om mensen te helpen die er al lang niet meer zijn.
Tchaikovsky vult zijn wereld vervolgens met karakteristiek Brits absurdisme. Hoe lang staat jullie hier al, vraagt op een dag een robot aan een andere. Wij staan hier al "error counter 4", is het droge antwoord. De hoofdrolspeler, de robot Charles, moet bij het verlaten van zijn landhuis vanwege het overlijden van mijn meester zelfs zijn naam afgeven (die hoorde bij het huis) en vervolgt zijn leven als Un-Charles.
De setting lijkt ergens op Monk and Robot, maar de robots gaan in deze wereld nogal anders om met hun vrijheid. Un-Charles blijft het hele boek maar op zoek naar een meester om te dienen, daar is hij immers voor gemaakt, tot frustratie van zijn reisgenoot, die steeds maar blijft benadrukken dat hij vrije wil heeft. Ja, zegt Un-Charles, mijn vrije wil is ik wil dienen, tot verwarring en frustratie van zijn reisgenoot The Wonk.
Behalve lachen laat het boek je ook nadenken. Wat is vrije wil? Als je je uit vrije wil laat ketenen, is dat dan vrij?
Ok, technisch gezien gaat het niet over robots, maar ik neem m toch mee, omdat het ook een boek is dat aanzat tot nadenken over wat een mens is. En John Scalzi is supercool, misschien ken je hem ook van zijn blogpost Straight White Male: The Lowest Difficulty Setting There Is. Heel veel van zijn andere boeken zijn ook goed en geestig, ik heb ook The Dispatcher, Starter Villain, Redshirts en Agent to the Stars met erg veel plezier gelezen (maar die gaan zeker niet over robots!).
In Lock In, dat Scalzi schreef ruim voor onze pandemie, heeft een globale griepgolf er bij een gedeelte van de mensen voor gezorgd dat ze helemaal verlamd werden. Een soort polio++. Die mensen liggen in bed, maar kunnen zich wel in de wereld verplaatsen met een 'threep' (genoemd naar C3PO uit Star Wars) een robotpak dat ze aansturen met hun hersenen.
Mensen die met een threep door de wereld bewegen, de hoofdpersoon van het boek is er zo een, leven toch ergens in twee plaatsen, ze zijn in de wereld, maar ze liggen ook in bed, en soms moeten ze zich over hun lijf drukmaken, dat natuurlijk wel zorg nodig heeft zoals eten en drinken. Ze zijn net als een gewoon mens, maar ook net niet. Zullen wij nog meemaken dat verlamde mensen robots kunnen aansturen? Hoe zien we die dan in de wereld, als echte mensen? Kan je ooit wennen aan tegen een robotpak praten maar een mens te zien?
Geniet van je boterham en van het zonnetje!
Member discussion