16 min read

Het AI nieuws van week 21

Verhalen maken de mens, het internet waar ik van hou sterft verder af, nog een keertje Haidt, en de voordelen van de laptopvrije collegezaal.
Het AI nieuws van week 21
AI in mijn nieuwe bookmarking app? Nein, danke!

Deze week verschijnt alweer mijn laatste wekelijkse column in de Volkskrant, het was heel erg leuk om te doen maar iedere week een serieus stuk naast de nieuwsbrief was ook wel een beetje veel van het goede, dus het is wel fijn dat het er nu even opzit! Voor je verder leest, de belangrijkste tip meteen bovenaan: maak snel bezwaar tegen het gebruik van jouw data op Insta en Facebook, het kan nog tot 27 mei!

"Er knaagt iets en dat moet eruit"

Werkelijk schitterend portret in NRC van psychiater Forugh Karimi, dat je gewoonweg wilt uitprinten en onder je kussen wilt leggen zodat je er de hele nacht van kan dromen. Karimi beschrijft schitterend de spagaat waar kinderen van vluchtelingen in zitten, ze willen trots op hun ouders zijn, en dankbaar, maar tegelijkertijd is het moeilijk om hun ouders als volwaardige volwassenen te zien in een samenleving die dat niet doet. En hoe je echt een deel van jezelf verliest als je je land verliest. Ik was een paar weken terug in Cambridge en toen dacht ik ook weer aan wat een voorrecht het om daar (een beetje) geworteld te zijn. Onderdeel zijn van Cambridge is onderdeel zijn van een geschiedenis die eeuwen teruggaat, met een eigen cultuur, als een aanvullend soort moederland. Helemaal geen moederland hebben en dus ook nergens wortels hebben, dat doet iets met je en Karimi raakt daar mooi de kern van menselijkheid.

Maar nog scherper is hoe ze schrijft over schrijven:

"Hij [Gabriel García Márquez in het boek Leven om het te vertellen] had iets meegemaakt dat indruk op hem had gemaakt, hij kon het niet loslaten, totdat hij het in een scène verwerkte, in een verhaal, en toen liet het hem los. Dat is exact wat er ook bij mij gebeurt: er knaagt iets en dat wil ik laten stoppen. "

Jaaaaaaa, roep ik naar mijn scherm. Nu ik mijn nieuwsbrief al een half jaar volhoudt en hij iedere week voller (en beter, vind ik zelf dan) wordt, vragen mensen me soms hoe ik dat doe, zoveel lezen en schrijven, en vanaf nu ga ik ze op dit stuk wijzen. Zo voelt het namelijk precies. Ik lees iets, iets moois, iets irritants, iets liefdevols of juist hatelijks, en gedachten borrelen in me op en die moeten eruit. Door mijn mond of door mijn vingers, anders blijven ze ronddwalen in mijn hoofd. In mijn studententijd kon ik al die gedachten kwijt aan de keukentafel in het studentenhuis, of in het café, later in de tijd van Twitter smeet ik iedere lange en korte halfgedachte er zo uit (ook lekker, trouwens, en minder moeite) en nu houd ik de hele week een docje bij waar ik dingen in vat. Maar voor mij is het allemaal hetzelfde, ik denk, ik verwerk, ik uit, anders stopt het knagen niet.

Verhalen zijn, zegt Karimi, wat mensen sane houdt:

"Op veel plekken op de wereld zijn geen psychiaters of psychologen en toch wordt niet iedereen knettergek van alle ellende – want een mechanisme dat mensen helpt is verhalen vertellen, luisteren, daarmee verbondenheid creëren met anderen. Dat is het allerbelangrijkste wat we kunnen als mens."

Schreeuw het van de daken!

RIP Pocket, RIP het internet van weleer

Nondeju, Mozilla gaat vanaf oktober stoppen met Pocket, een app waarmee je artikelen kan opslaan om later te lezen. Ik was echt geraakt door dit nieuws, en ik weet zelf ook niet zo goed waarom dit me zo verdrietig maakt. Verschillende redenen denk ik. Ten eerste is het een soort nostalgie, in de vroege jaren van Twitter die ik erg mis, had ik een scriptje dat automatisch als ik een tweet met een linkje favoriet maakte, dat linkje in Pocket opsloeg. In die tijd zat ik vaak in de trein en las ik dan op weg naar mijn werk de stukken die ik opsloeg. We zijn Twitter al kwijt, moet Pocket er nu ook nog aan?! Het is het einde van een stukje internet dat op mens tot mens relaties gericht was, waarin je stukken uit kranten en tijdschriften las maar ook longreads op persoonlijke blogs, die mensen gewoon, zomaar voor de lol schreven. Ze waren geen growth hackers, geen influencers, ze waren niet 'excited and humble' maar gewoon gek op iets dat ze wilden delen. Na de dood van fatsoenlijke rss readers was dit natuurlijk een logische vervolgstap.

Een andere reden is dat pijn doet is dat Pocket een goed voorbeeld is van de 'rot economy' zoals held Ed Zitron die zo goed beschrijft: de aanname van tech is dat bedrijven en producten altijd moeten groeien. Ben Horowitz (business partner van Marc Andreessen) beschreef een softwarebedrijf dat niet groeit als "startup hel: erger is dan failliet gaan". In een product als Pocket zit geen enorme groeipotentie, het is namelijk een simpele dienst: je betaalt er een vast bedrag voor, en in ruil daarvoor slaan zij je stukken op. Die kan je dan lezen. Dat is het product. En ook bijvoorbeeld op de fysieke readers van Kobo, dat vond ik er zo lekker aan, van je laptop af, zonder ads en zonder afleiding wat longreads consumeren. Ik baal ervan dat dat niet kan.

En ik baal er extra van dat Pocket niet eens van 'big tech' is maar van Mozilla de non-profit achter internetbrowser Firefox; they're supposed to be the good guys! Maar ook Mozilla moet focussen op wat echt belangrijk is, want Firefox is allang geen grote speler meer, dus:

it’s imperative we focus our efforts on Firefox and building new solutions that give you real choice, control and peace of mind online

Maar Pocket gaf mij nu juist piece of mind, en ik betaalde er ook nog eens voor!

Ik probeerde mijn man uit te leggen waarom dat zo erg was, maar hij had, zei hij, geen energie meer om zich er druk te maken. De schroothoop van gecancelde producten is al zo groot, dit kan er ook nog wel bij. Dat is natuurlijk ook waar, maar dit is weer een hele pijnlijke reminder van het feit dat, als je geen fysiek product vast hebt, als je de bitjes niet op je eigen computer hebt staan, een koop op internet niks betekent.

Ik wilde een alternatieve suggestie in mijn nieuwsbrief opnemen, maar het vaakst genoemde alternatief (raindrop.io) dat ik probeerde, toonde me meteen dit:

Neeneenee, ik wil geen AI, het enige dat ik wil is een lijstje met bookmarks! I guess dat de beste oplossing, ook al is die niet voor iedereen binnen handbereik, een eigen geprogrammeerde lijst is.

Klein stukkie Haidt nog!

Mijn stuk over Haidt brengt veel los bij mensen, en dat snap ik ook. Hoe ik de commotie lees is dat we echt heel graag willen dat er sluitend bewijs is dat smartphones het probleem zijn, omdat er dan een oplossing is die bij de ouders ligt. Vanwege die wens om het plat te slaan, vragen sommige media niet altijd door, bijvoorbeeld NRC die op het staartje van de hype ook nog even aandacht besteedt aan Haidt:

"Die schermen zijn ontworpen om maximale aandacht vast te houden, met eindeloze lussen van prikkels en beloningen. Dat is veel aantrekkelijker dan wat er buiten gebeurt" [nadruk van mij]

Dit is niet precies genoeg: schermen beelden alleen af, die zijn niet geprogrammeerd om wat dan ook te doen. Ik vind dat hier best wat pushback op hoort, en op zo’n uitspraak een tegenvraag hoort, ‘oh, wie programmeert dat zo, en waarom?’ Dit legt de schuld niet op de juiste plek. Ook in de Volkskrant zien we een slordigheid in het omgaan met bewijs waar het probleem ligt, in een stukje dat deels ook een reactie is op mijn column, citeert columnist Julien Althuisius zowel onderzoek dat aangeeft dat een smartphone best goed kan zijn voor kinderen, en roept hij dat de smartphone niet in kinderhanden hoort. Kijk even voor alle duidelijkheid, ik ben het er roerend mee eens dat deze smartphone zoals die nu is vol met apps, niet in kinderhanden thuis hoort en ook niet in de handen van volwassenen, trouwens! Maar we moeten zuiver argumenteren.

Want schermen zijn het issue niet, die zijn net zo goed gemaakt om mee te creëren: tekenen, programmeren, animeren. Tools zoals Scratch jr. waarmee jonge kinderen hun eigen animaties kunnen maken, bevatten helemaal geen "eindeloze lussen van prikkels en beloningen", maar kunnen een mooie en leuke aanvulling zijn op tekenen en knutselen. Maar om zo'n tool te kunnen gebruiken moet een ouder wel weten dat die er is, én meekijken en helpen, want animeren is geen passief consumeren en dus geen handige zoethouder. Apps om in te kleuren, schrijven, puzzelen, de Donald Duck lezen, allemaal geen enkel probleem (als er geen verslavende badges in zitten, zoals Ilyaz Nasrullah heel terecht veroordeelde in Trouw).

Wat zou het heerlijk zijn als we gewoon een duidelijke, met een relatief eenvoudige interventie op te lossen, oorzaak hadden voor het feit dat kinderen ongelukkig zijn! Ligt het probleem genuanceerder en zijn bijvoorbeeld een andere rol van ouders en gezinnen, zorgen over klimaat, verdwijnende jeugd-faciliteiten (en ga zo maar door) een oorzaak, dan is het opeens een heel stuk moeilijker om er wat aan te doen. Natuurlijk willen we allemaal een knopje is om aan te draaien en hop, je kind is weer happy, zoals wij dat waren in die smartphonevrije jaren 80 en 90?! Maar het ligt helaas zo eenvoudig niet, experts vraagt om tot consensus over smartphones, lukt dat niet. Zelfs al ben ik het roerend eens met de conclusie dat kinderen geen smartphone moeten krijgen, want zoals de wereld nu is kunnen ze niet níet vol zitten met verslavende apps, dan nog blijf ik me verzetten tegen dat staven met studies die dat niet zeggen. Ik maak me echt zorgen als ik lees iets als: wetenschappers bereiken geen consensus over wat werkt, maar deze ene met een flitsend boek gaan waar veel vraagtekens bij gezet worden gaan we en masse volgen want die uitkomst willen we graag.

En net als ik twee weken terug schreef, een gedeelte van ook dit probleem ligt in hoe slecht mensen technologie kunnen doorgronden. Hoe meer je snapt van programmeren, hoe beter je kan zien dat de apps geprogrammeerd zijn om te verslaven, zoals sigaretten dat zijn. Dat is geen effect van het kale fenomeen 'sociale media'! Decennia voor het wereldwijde web bestond waren er al BBS-en (Bulletin Board Systems) waarmee mensen elkaar berichten konden sturen, we hadden de blogosphere, allemaal manieren voor mensen om online met elkaar te communiceren die niet ophitsten en vervormden, maar verbonden. Als je niet goed weet hoe het achter de schermen werkt, en de geschiedenis niet kent, wordt het makkelijker om er een karikatuur van te maken, net zoals we dat zien gebeuren met klimaatverandering of vaccins.

Niet alleen ontbreekt het aan kennis en historisch besef over technologie, ik zie nu ook goed hoe beperkt de technologische fantasie van de gemiddelde mens is. Ik kan me een betere online wereld voorstellen. Ik denk ondanks alles dat er een wereld kan bestaan met "smart"phone, maar zonder hyperkapitalistische social media apps. Noem me naïef maar het internet waar ik als tiener op zat was klein, relatief veilig, en vrij van grootkapitaal. Ik gun kinderen van nu dát internet, en ik heb dat liever dat geen internet!

Als we nu gewoon rücksichtslos alle telefoons in de ban doen en "case closed" roepen, zonder na te denken over hoe we een beter internet voor iedereen kunnen bewerkstelligen, is dat voor mij niet effectief genoeg.

Waarom mag een laptop open in de collegezaal?

Had ik het vorige week nog over het gebruik van AI door docenten, deze week belichten we het weer van de studentkant. Het beeld van Karimi hierboven dat verhalen de sleutel tot verbondenheid zijn is namelijk hoe studenten tegen leren en schrijven aankijken. Dit ontluisterende artikel in New York Magazine beschrijft hoe studenten zelfs voor een vraag als "Briefly introduce yourself and say what you’re hoping to get out of this class." chatGPT gebruiken, ze zijn er helemaal van afhankelijk. Het opvallendste vind ik de woorden van een studente die het steeds gebruikt, want waarom niet?

"Why wouldn’t she? Rarely did she sit in class and not see other students’ laptops open to ChatGPT"

In mijn colleges (ook bij het vak AI & onderwijs!) blijven laptops dicht tot ze voor een opdracht nodig zijn, dat schreef ik al eerder. Ook telefoons zijn niet toegestaan en blijven van de collegebankjes. Studenten vinden het vaak wat apart als ik het de eerste keer aangeef, maar ze snappen prima waarom het nodig is, en het is met wetenschappelijk onderzoek ook heel goed te onderbouwen. Alleen al de aanwezigheid van een telefoon bijvoorbeeld kost je al cognitieve kracht, zelfs als je 'm met het scherm naar beneden legt! En laptops zijn nog erger want die hebben ook een effect op mensen achter je, want een open laptop creëert een 'kegel van afleiding', die dus steeds breder wordt en steeds meer mensen afleidt. Dat laatste resultaat is misschien het overtuigendst, want soms is het makkelijker iets voor een ander te doen dan voor jezelf. Zo was 'meeroken' ook een heel belangrijk concept in de strijd tegen roken.

Maar op de keper beschouwd is een laptop is zelden nodig in een goed college. Aantekeningen kunnen in een collegeblok, samenwerken doen we met post-its die we op de muur plakken, lezen kan indien nodig van papier. Het was altijd al een slecht idee (ik was in de vroege jaren '00 deel van de eerste 'generatie laptop', en wij zaten in die tijd met z'n allen Atomic Bomberman of Flowermania te spelen ipv op te letten!)

Feminisme en technologie

Soms vragen mensen me wel eens waarom het nodig is om AI en technologie vanuit een feministisch perspectief te bekijken, want technologie is toch neutraal? Nou, nee. Deze week las ik in de Observer dat de politie in Groot-Brittanië (dus niet Trump's Amerika!) aanmoedigt om huizen en telefoons te doorzoeken van vrouwen van wie de zwangerschap stopt. Misschien hebben ze helemaal geen miskraam gehad maar medicijnen genomen, dus we gaan kijken wat hun Google searches zijn, of wat ze hebben opgeslagen op een period tracker! Veel mannen (en vrouwen ook trouwens!) staan er niet bij stil wat het kan betekenen als je data niet goed beveiligd is, want "je hebt toch niks te verbergen"? Denkend aan een overheid die wil weten hoe het met je baarmoeder is ga je daar toch al snel anders naar kijken. Doorlekkende menstuatiedata was ook het onderwerp van mijn BNR column deze week.

Niet uitgesproken feministisch, maar wel duidelijk een goede kijk op mannelijkheid en programmeren is deze van Chris Martin (nee niet die), waarin hij uitlegt hoe de Zuckerburgen van deze wereld gefrustreerd zijn dat ze niet meer lekker wat code kunnen typen op hun zolderkamer.

Rond het thema vrouwen en technologie ging ook het Time Magazine [[1]] stuk 'I Founded Girls Who Code. Now I’m Worried About Boys' deze week rond, waarin Reshma Saujani uitlegt hoe we jongens en mannen zijn vergeten in de strijd voor meer vrouwenrechten. Als ik zulke stukken lees, dan word ik eerlijk gezegd nogal chagrijnig. Ik snap echt wat Saujani zegt, dat een ouderwets manbeeld (stoer, onafhankelijk, op financiën gericht) jongens klem zet. Dat is zo. Maar waarom moeten wij vrouwen dat dan gaan fiksen? Waarom staan er niet meer mannen op om de problemen aan te pakken? Het verhaal framen als 'vroeger deed ik meiden, nu jongens' kadert het probleem toch weer als onze verantwoordelijkheid. Saujani stipt ook iets aan waar ik al lang over aan het piekeren ben. Ze zegt dat macht geen zero sum game is, en dat mannen zich dus helemaal geen zorgen hoeven te maken als er mensen bijkomen in machtsposities. Dat is natuurlijk pertinente feel good nonsense; er is een kleine groep mensen aan de macht en de hoeveelheid daarvan is grotendeels stabiel. Dat er nu meer vrouwen hoogleraar/bestuursvoorzitter/directeur zijn in Nederland betekent dat er minder mannen zo'n plek hebben. De vraag is alleen of dat de kwaliteit verhoogt omdat die vrouwen beter zijn, of dat dat niet eerlijk is omdat die vrouwen niet zo goed zijn daar ligt het meningsverschil, niet in het feit dat macht bestaat en altijd, per definitie in de handen van een kleine groep mensen ligt.

Het deed me denken aan de scherpe term symbolische kapitalist van Musal Al-Gharbi [[2]] die uitlegt hoe de winnaars van nu (diezelfde elite die Bregman ook in zijn moral circles wil hebben) woke zijn en dus in theorie wel meer mensen aan de top willen helpen, maar tegelijkertijd ook geconcentreerde macht nasterven omdat ze natuurlijk wel profiteren van het hebben van macht. En dat kan eigenlijk niet samen, meer gelijkheid vergt juist systeemverandering. Die wens las ik ook in een stuk over architecte Fatou Kiné Dieye. Zij vindt dat architecten veel radicaler zouden moeten denken, in de betekenis van dingen met wortel (radix) en al losmaken om opnieuw te beginnen. De kern van het stuk zit al in de titel: "Als je geen systeem ontwerpt, decoreer je alleen maar problemen". Zo voelt het voor mij als ik het heb over inclusiviteit en het ontwerp van software. Alleen een klein technisch laagje is niet genoeg, sommige stukken van de tech stack moeten van de grond af opnieuw als we het goed willen doen.

Life comes at you fast

Ik grap wel eens in mijn lezingen over AI in het onderwijs dat mijn professoren vroegen zeiden: "Je mag Wikipedia niet gebruiken, dat is geschreven door mensen" (gewone mensen dus geen wetenschappers). Maar ik zeg nu juist: "Gebruik Wikipedia, dat is geschreven door mensen" (gewone mensen dus geen AI bots). Life comes at you fast.

We horen veel van AI-influencers dat leerlingen en studenten om moeten leren gaan met AI, en de uitvoer gewoon moeten controleren... Maar zoals ik eerder al schreef in NRC, hoe dan? Nu ook Google vol zit met AI uitvoer van dubieuze kwaliteit[[3]], is Wikipedia één van de weinige bronnen waar je op kan vertrouwen en die georganiseerd zijn op thema. Stukken uit kranten en tijdschriften die online staan kan je natuurlijk ook nog wel vertrouwen maar daarin zoeken naar feiten is niet zo makkelijk.

Heel belangrijk dus om Wikipedia te behouden, voor het onderwijs en voor de wereld als geheel. Maar ze staan onder druk: Elon Musk valt ze recent steeds aan, en scrapers jagen ze op kosten, en nu zit ook de Amerikaanse procureur generaal ze op de huid, die beschuldigde ze onlangs in een brief van

“allowing foreign actors to manipulate information and spread propaganda to the American public.”

Het is lastig om je de hele tijd over alles heel druk te maken, maar dit is echt zorgelijk!

De fout-o-correct van de week

Tamelijk subtiel deze week maar toch ook relevant. Het is me helder als koffiedik waarom dit wordt verbeterd, wat er staat is zeker niet fout. De suggestie maakt er, ironisch, I know, iets heel anders! Het gaat over iets dat ze met nadruk niet doen, en niet iets dat ze niet met nadruk doen! Wat is taal toch heerlijk dat je dat verschil kan maken door een woordje te schuiven!

Ook in deze categorie... de Chicago Sun Times plaatste een zomer-leeslijst die uit chatGPT kwam, wel echte auteurs, maar bijna allemaal fake boektitels.

Een lijst met bijna allemaal fake boektitels in Chicago Sun Times

Wat een droefheid. Er was een wereld waarin kranten boekenredacties hadden die tijd kregen om te lezen, te cureren, te waarderen en samen te vatten, nu zit er een stagiaire die geeneens neppe titels herkent.

Wat denkt een leraar ervan?

Ik ben nog een beetje zoekende naar een format voor mijn nieuwsbrief! Ik heb zelf wel wat behoefte aan vaste elementen, zoals bijvoorbeeld Goed Nieuws op het einde, maar er is nog wel meer leuks waarmee ik kan experimenteren, bijvoorbeeld me bij allerhande zelf niet in het onderwijs werkende AI influencers vragen wat een leraar ervan zou denken, maw "Mevrouw Hermans vraagt zich af..." Ik zag bijvoorbeeld deze suggestie op Linkedin om slimmere schrijfopdrachten te ontwerpen:

Leerlingen of studenten een werkstuk laten maken in Google Docs, waarbij je de revisiegeschiedenis kunt terugkijken. Maak het schrijfproces zichtbaar, en laat dus niet een pdfje inleveren, maar een link naar het daadwerkelijke document.

Dan vraag ik me dus echt af of een leraar hier mee geholpen is. Een eindwerk lezen, bijv een profielwerkstuk of een 'meesterproef' [[4]] is al een fikse klus waarin je in feite het denkproces van een student uit een tekst moet destilleren. Als je dat goed wilt doen, gaat er tijd in zitten. Betekenisvol werk natuurlijk, maar wel veel.

En dan moeten we nu niet alleen de eindwerken lezen maar ook nog een hele kantlijn erbij consumeren met verschillende versies, herwerkingen, feedback (al dan niet van onszelf) en reacties daarop. Is dat een fijnere, betere, rustigere activiteit voor een leraar? Lijkt mij niet. Als ik wil weten hoe een student is gegroeid binnen een opdracht, kan ik dát dan niet beter rechtstreeks bevragen (in een mondeling, bijvoorbeeld?). Of kan ik mijn kennis van de student zelf gebruiken om te bedenken hoe hij of zij verschilt van het begin van het semester?

Goed nieuws

Over samenvatten gesproken.... Samenvatten met AI, niet doen, het resultaat wordt weer slechter. Onderzoek onder 5000 samenvattingen laat zien dat AIs in 73% van de gevallen fouten maken, 5x zo slecht als mensen. Maar, dat is toch geen goed nieuws Hermans? Nee, niet bepaald. Maar het feit dat we steeds meer studies zien die bewijzen—voor een bepaalde betekenis van dat woord—dat AI niet werkt, helpt wel om de discussie te kaderen, dus het is toch goed nieuws. Ergens vind ik het jammer dat mensen dit onderzoek moeten doen, misschien waren er veel boeiendere onderzoeksvragen, maar het is wel belangrijk. Iets vergelijkbaars is waar voor creativiteit, lijkt een onderzoek even aan te tonen dat AI's net zo creatief zijn als mensen, blijkt heel anders te liggen. Geen wonder dus misschien dat grote bedrijven als Meta de lancering van nieuwe modellen uitstellen.

Iedere week weer meer roep om technologische souvereiniteit, maar dat roept ook de vraag op hoe moeten we alternatieven organiseren? Daarover schrijft deze mooie en eerlijke reflectie van Bert Hubert op wat er mis gaat bij open source alternatieven voor big tech.

Wat gebeurt er al je kinderen de publieke ruimte laat ontwerpen? Geweldige dingen, zagen ze in Delhi gebeuren:

"We have found that unlike planning in silos, children think of the whole. They care for strangers on streets and the lives of their caregivers, girls in one government school asked for an animal-friendly school zone, and imagined spaces for stray dogs and cats to eat healthy food rather than waste. This is designing with care and compassion."

Tot slot een hele mooie bevinding van Baylor University in Texas! Eén van de beste voorspellers van studieuitval is het gevoel dat je er niet bijhoort op de universiteit, dat voorspelt 5x zo vaak als andere variabelen of je gaat stoppen. Dit stuk beschrijft in dit stuk kort de bevindingen van 10 jaar onderzoek. Helaas gaat het vooral over de vraag hoe je belonging kan meten en niet hoe (en of?) je het kan verhogen, maar toch is het voor mij een eyeopener!


Voetnoten

[[1]] OMG als je op de link klinkt, wees voorbereid, want de website van Time Magazine, toch een iconisch blad, is absoluut onleesbaar en vol met ads en popups. Ik moest echt naar de frontpage navigeren om te zien dat het niet een of andere weblog is die ook Time heet...! Wil je nog wat reflectie over de rol van journalisme in de moderne tijd? Deze uit NY Times over wat mensen zoal uitgeven aan nieuwsbrieven is een aanrader.

[[2]] Ik zou dit stuk niet per se lezen tenzij je echt goed in de marxistische theorie zit, het is niet echt light reading! Als je de kern wilt snappen, kan je ook toe met dit interview uit NRC, benoemt hoe de moderne elite twee dingen tegelijk wil: "maatschappelijke gelijkwaardigheid én de elite in stand houden. Die belangen botsen, uiteraard."

[[3]] Hoe slecht is Google's AI dan? Nou ik zocht net op wat U.S attorney is. "De Amerikaans advocaat"... Natuurlijk kloppen er een paar dingen wel, maar om nu te zeggen dat dit een bron is waartegen je fouten kan checken, nee.

[[4]] De meesterproef is een soort portfolio waarin onze leraren in opleiding hun bevoegdheid halen. De proef bestaat uit een lessenserie van 6 lessen met theoretische onderbouwing en reflectie.